Om een veilige ontvluchting van de aanwezige personen binnen een bouwwerk te regelen zijn in het Bouwbesluit (2012) een aantal eisen/kenmerken vastgelegd waaraan een vluchtroute moet voldoen. Deze zijn als volgt geformuleerd.
In Nederland zijn er echter veel gebouwen waarbij sprake is van meerdere woningen boven elkaar (flat) en waarbij de woningdeur (de deur van het sub-compartiment) direct aansluit op de trappenhal. Indien men wil voldoen aan het bovenstaande heeft men in basis twee keuzes:
- men voorziet in een tweede vluchtrouteBeide mogelijkheden zijn echter ingrijpend te noemen.
1: Dit betekent dat men vanuit de woning eerst in de buitenlucht komt alvorens men het trappenhuis betreedt. Het idee hierachter is dat er geen rook van een brand in de woning in het trappenhuis komt en het trappenhuis dus gevrijwaard blijft van rook.
Uitzonderingssituatie Bouwbesluit, beschreven in artikel 4
In dit artikel wordt gesteld dat het 2e en 3e lid niet gelden indien het onderstaande van toepassing is:
Voorts geldt vanaf 1 juli 2021 dat alle gebruiksoppervlakte die wordt toegekend op het trappenhuis moet worden meegerekend.
We dienen ons te realiseren dat in een woongebouw ook geslapen wordt. Er is dus sprake van een verhoogd risico. De eisen gesteld aan de functie wonen zijn in het bouwbesluit dan ook zwaarder dan de eisen welke worden gesteld aan bijvoorbeeld een kantoorfunctie.
Per 1 juli 2020 is in het bouwbesluit gesteld dat ook woningdeuren in een dergelijke situatie voorzien moeten zijn van een deurdranger omdat hiermee voorkomen wordt dat rook het portiek instroomt.
Ik onderschrijf het nut en tevens ook de noodzaak van het toepassen van een deurdranger. Wel wil ik hierbij opmerken dat deze deurdranger te allen tijde functioneel dient te zijn. Hierin dient de kanttekening te worden gemaakt dat hierin vaak de mens de zwakke schakel is. Denk hierbij aan het dagelijkse gebruik, eventuele beperkingen daarvan (blokje onder de deur) en benodigd onderhoud.
Ondanks het beperkt aantal woningen en dus waarschijnlijk ook het aantal bewoners wat in een portiekflatsituatie is aangewezen op het portiek (lees: de enige vluchtweg) pleit ik voor een aanvullende maatregel in een dergelijke situatie. De praktijk heeft geleerd dat al een geringe mate van verroken van de ruimte leidt tot verminderd zicht en dus verslechtering van de vlucht omstandigheden. Voorts zal veel eerder sprake zijn van paniek. Ook heeft de praktijk geleerd dat rookbeheersing een grote bijdrage kan leveren aan het veiligheidsniveau van de betreffende vluchtweg.
Rookbeheersing kan mijn inziens op twee manieren worden gerealiseerd, te weten:
Beide systemen bieden ook bij een beperkte brand in het portiek voldoende afvoer van rook en hitte en daarmee dus extra veiligheid.ex
Voor beide systemen geldt dat zelfsluitendheid van de woningdeur een belangrijk onderdeel van het concept is.
Het RWA is in basis niet hinderlijk aanwezig. Sterker nog: het systeem kan ook positief worden ingezet voor bijvoorbeeld comfortventilatie of daglichttoetreding. De bewoners hebben dus nog meer voordeel bij de aanwezigheid van deze installatie.
Het eventueel hinderlijk aanwezig zijn van de deurdranger kan worden opgelost door te kiezen voor een vrijloopdeurdranger. Deze dranger wordt geactiveerd bij brand en heeft pas dan zijn drangende functie. Dit geeft in het dagelijks gebruik dus geen beperkingen.
Ook in de situatie waarbij het onderhavige object niet of net niet voldoet aan de grenswaarden behorend bij de “portiekflatsituatie” kan een rookbeheersingssysteem een oplossing bieden. Dit op basis van artikel 1.3 “gelijkwaardigheidsbepaling” uit Bouwbesluit 2012.
Doelmatig functioneren d.m.v. eenvoudig onderhoud
Voorwaarde voor het doelmatig functioneren van de installatie is dat de installatie in nominale staat verkeert. Hiertoe is goed beheer en onderhoud noodzakelijk.
Inspectiecertificering
Als het Rookbeheersingssysteem als gelijkwaardige oplossing wordt toegepast zal deze dus vergunning plichtig aanwezig zijn (bij of krachtens de wet). In dit geval dient het systeem ook direct voorzien te zijn van een geldig inspectiecertificaat afgegeven door een type A geaccrediteerde inspectie instelling op grond van het CCV inspectieschema zoals vastgelegd in het Bouwbesluit 2012 (artikel 6,32). Graag wil ik hierbij opmerken dat een dergelijk inspectieregime ook vrijwillig kan worden toegepast in de situatie dat het rookbeheersingssysteem bovenwettelijk aanwezig is.
Eens sparren met onze brandveiligheidsexperts? Wij gaan graag met je in gesprek.
Stan Veldpaus op 23 september 2023
Stan Veldpaus op 22 september 2022
Stan Veldpaus op 23 september 2023
Stan Veldpaus op 22 september 2022
Stan Veldpaus op 23 september 2023
Stan Veldpaus op 22 september 2022
Colt International B.V.
Korte Oijen 4
NL 5433 NE Katwijk (NB)
T: +31 - (0) 485 399 999
© Kingspan Holdings (Irl) Limited
Privacybeleid