Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit.
Sinds enige tijd acteert Brandweer Nederland op basis van de brandweerdoctrine. In deze doctrine is de manier waarop de brandweer haar taken uitvoert, maar ook het hoe en waarom omschreven.
In de brandweerdoctrine verwoordt de Nederlandse brandweer de fundamentele, gezamenlijke uitgangspunten voor het handelen van de brandweer bij het voorkomen en bestrijden van incidenten. Het is de theorie achter het brandweervak, die is opgedaan door onderzoek en analyse van praktijkervaring.*
Binnen de doctrine worden 3 niveaus onderscheiden, te weten:
Als specialist op het gebied van rookbeheersingssystemen wil ik graag nader ingaan op de tactische doctrine. Onderdeel van deze doctrine is het kwadrantenmodel. Dit model helpt in de ontwerp- en planningsfase maar zeker ook tijdens het bestrijden van het incident, om keuzes te maken.
Het kwadrantenmodel beschrijft de volgende 4 inzet tactieken:
Een korte toelichting gezien van buiten het gebouw naar binnen het gebouw
De keuze voor een defensieve buiteninzet wordt gemaakt bij een brand in een gebouw waar het niet mogelijk lijkt de brand te bestrijden. Het brandweerpersoneel wordt ingezet buiten het gebouw. De bestrijders bevinden zich buiten de valschaduw van het gebouw (het gebouw kan niet op hen vallen).
Bij de offensieve buiteninzet is sprake van brandweerpersoneel binnen de valschaduw van het gebouw (de constructieve integriteit van het gebouw wordt voldoende veilig geacht). Deze inzet kan een eerste stap zijn naar een defensieve of offensieve binneninzet.
Bij de defensieve binneninzet is sprake van brandweerpersoneel in het gebouw in een compartiment waarvan de constructie nog intact is maar zeker niet in het brandcompartiment waar de brand zich bevindt. De defensieve binneninzet is altijd voorbereidend op de offensieve binneninzet.
Bij de offensieve binneninzet is sprake van brandweerpersoneel in het brandende brandcompartiment ten behoeve van redding (van het gebouw en van mensen).
Een goed gedimensioneerde RWA
Buiten het gegeven dat een goed gedimensioneerde RWA een grote bijdrage heeft voor ontvluchting uit het brandende maar ook naastgelegen brandcompartiment, durven wij te stellen dat de aanwezigheid van deze RWA-installatie ingrijpt in alle kwadranten van de brandweerinzet:
Dit gerelateerd aan de afzonderlijke kwadranten van binnen naar buiten gezien:
De offensieve binneninzet:
Een langere en veiligere situatie teneinde de binneninzet te kunnen uitvoeren.
De defensieve binneninzet:
Indien ook sprake is van een RWA in het niet met brand belastte compartiment zal in dit compartiment gedurende het gehele brandverloop sprake zijn van betere en veiligere ruimtecondities om de
defensieve binneninzet uit te voeren. Er kan daardoor ook sneller worden overgegaan tot een
offensieve binneninzet (indien nog mogelijk).
De offensieve buiteninzet
Flashover wordt voorkomen/uitgesteld, backdraft wordt voorkomen, het bezwijken van de
draagconstructie van het bouwwerk wordt voorkomen of uitgesteld: er kan veilig in de slagschaduw van het object worden gewerkt.
De defensieve buiteninzet
Doordat een flash-over wordt uitgesteld of voorkomen is de kans op brandoverslag naar de omgeving van het brandende compartiment kleiner of wordt vertraagd. Daardoor krijgt de brandweer meer tijd om de omgeving veilig te stellen. Dankzij de RWA wordt het bezwijken van de draagconstructie voorkomen of vertraagd en kan er direct in de slagschaduw worden aangevangen.
Door het afvoeren van hete rookgassen via het dak en het aanvoeren van verse lucht via gevels,
draait de horizontale verspreiding van rookgassen om. In plaats van verspreiding van rookgassen naar buiten en de omliggende ruimten, immers, hete lucht veroorzaakt een overdruk waardoor rookgassen uit de brandruimte worden “geperst”, komen de hete rookgassen, die eventueel nog tot ontbranding kunnen komen, de brandweer niet tegemoet. Voorts, door vanaf het ontstaan van brand hete rookgassen af te voeren, zullen veel minder onverbrande rookgassen in het gebouw ophopen (opmerking: rookgassen die in contact komen met zuurstof kunnen door verdere opwarming of door ontsteking plotseling tot ontbranding komen). Daarmee bevordert RWA de veiligheid van de brandweerinzet.
Het mag duidelijk zijn dat de hierboven genoemde positieve effecten alleen bereikt kunnen worden met een juist ontwerp en juiste uitvoering van een RWA systeem. Men dient daarbij te beseffen dat een RWA systeem, wat gericht is op ondersteuning van de brandweerinzet, ontworpen wordt op een zekere brandgrootte c.q. brandvermogen en voor een specifiek doel. Een doel wat in het ontwerp (PvE) beschreven moet zijn. Als het doel is om een offensieve binneninzet te ondersteunen wordt de RWA ontworpen op een brandgrootte en brandvermogen dat nog net met een offensieve binneninzet met een lage drukslang beheerst kan worden.
Voor gebouwen waar snelle tot ultrasnelle branduitbreiding verwacht kan worden, zoals een brand in stellingen van een hoogstapelmagazijn, kan de RWA niet meer alles presteren wat er normaliter van verwacht mag worden. Daarvoor is een automatisch blussysteem het betere alternatief.
Echter juist de combinatie van deze blussystemen bij een te verwachten snelle of ultrasnelle branduitbreiding, met een adequate rookbeheersing geeft belangrijke voordelen. Namelijk het mogelijk sneller aanspreken van het automatisch blussysteem en beter zicht in de brandruimte tijdens de automatisch blussing en daarna. Daarmee schept deze combinatie, behalve betere vluchtcondities, ook betere en veiligere condities voor een brandweerinzet voor het nablussen en de nazorg.
Uit statistieken blijkt dat slechts een klein percentage branden daadwerkelijk doorgroeit tot een
compartimentsbrand. Veel branden blijven beperkt tot een object of een ruimte. RWA systemen die niet geschikt zijn voor een snelle of ultrasnelle brand, zullen zeer waarschijnlijk wel een positieve bijdrage hebben aan de kleinere branden die statistisch gezien veel vaker voorkomen.
Conclusies
Mijn conclusie is dan ook dat binnen alle kwadranten een RWA een nadrukkelijke toegevoegde waarde heeft. Voorts dient opgemerkt te worden dat bij een goed gedimensioneerde RWA er altijd sprake is van een branddetectiesysteem met rechtstreekse doormelding naar de brandweer. Dit moet niet vergeten worden. Los van de toegevoegde waarde van een RWA wordt al heel veel waardevolle tijd gewonnen door een snelle en automatische alarmering van de brandweer.
Een voorspoedige inzet door de brandweer leidt voorts tot behoud van gebouwdelen of zelfs het gehele gebouw. Er is minder bluswater benodigd, het milieu wordt minder belast, er gaan minder goederen/materialen verloren, branden leiden minder snel tot een faillissement van het betrokken bedrijf. Dus niet alleen in relatie tot veiligheid maar ook in relatie tot duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen biedt de aanwezigheid van een goed gedimensioneerde en onderhouden RWA een nadrukkelijk toegevoegde waarde.
Wil je meer weten over RWA, neem dan contact op met één van onze specialisten.
Wil je meer weten over de brandweerdoctrine, lees hier verder.
* Bron: kwadrantenmodel voor gebouw brandbestrijding versie 2.0 november 2014
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit.
Stan Veldpaus op 25 maart 2024
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit.
Stan Veldpaus op 25 april 2022
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit.
Erik Peeters op 25 maart 2024
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit.
Erik Peeters op 10 februari 2022
Stan Veldpaus op 25 maart 2024
Stan Veldpaus op 13 januari 2022
Colt International B.V.
Korte Oijen 4
NL 5433 NE Katwijk (NB)
T: +31 - (0) 485 399 999
© Kingspan Holdings (Irl) Limited
Privacybeleid