Rook en warmteafvoer in het buitenland: de verschillen op een rijtje

Stan Veldpaus | 25 april 2017
rwa_tekening-resized-600.jpg

rwa_tekening-resized-600.jpgOnlangs heb ik op een symposium een presentatie verzorgd over rook en warmteafvoer (RWA). Tijdens deze presentatie focuste ik op het verschil tussen de aanpak rondom rook- en warmteafvoer in Nederland en in onze buurlanden Duitsland en België. Want die verschillen zijn groot en daar zijn veel mensen niet van op de hoogte, bleek uit de reacties van het publiek. Daarom in dit blog de verschillen nog eens op een rijtje!

 

RWA in Duitsland

In Duitsland moet in het kader van rook en warmteafvoer elk trappenhuis tenminste voorzien zijn van 1 m² afvoercapaciteit. Deze voorziening moet op de begane grond en op de bovenste verdieping te bedienen zijn. Voor industriehallen die groter zijn dan 200 m² geldt dat ze minimaal van ‘ausschmelzbare Flächen’ moeten zijn voorzien. Afhankelijk van de bouwwijze en het gebruik van het object is een RWA-systeem met de volgende opzet al snel een logische oplossing:

  • 1,5 m² aerodynamische afvoercapaciteit per 400 m² vloeroppervlakte, of
  • 10.000 m³/h per 400 m² gemeten vloeroppervlakte, of
  • Toe- en afvoercapaciteiten ontworpen op basis van DIN18.232

RWA in België

De normen en richtlijnen rondom rook en warmteafvoer in België zijn terug te vinden in de NBN-S-21-208-1, -2 en -3. In het kort moet elk trappenhuis tenminste voorzien zijn van 1 m² afvoercapaciteit. Hierbij is het uitgangspunt dat de brandweer de eenheid opent en op laag niveau voorziet in een toevoerventilator.

Voor industriehallen tussen de 500 en 2.000 m² geldt dat ze van een ontrokingsinstallatie moeten zijn voorzien (de toe- en afvoercapaciteit is tenminste gelijk aan 2% van het vloeroppervlak of is berekend volgens rekenmethode NBN-S-21-208-1). Voor industriehallen groter dan 2.000 m² geldt dat ze voorzien moeten zijn van een RWA systeem (volgens rekenmethode NBN-S-21-208-1). Het bovenstaande geldt niet als er sprake is van een lage vuurbelasting (< 350 MJ/m2).


Duitsland en België zijn op de hoogte van aanvullende eisen

In zowel Duitsland als België zijn de rekenmethodes om te bepalen of een RWA systeem een vereiste is overzichtelijk, robuust en relatief eenvoudig. Bij het toepassen van een RWA systeem moet nadrukkelijk worden vermeld dat de toegestane stapelhoogte is gelimiteerd. Wie hoger wil stapelen, moet aanvullend in een sprinklerinstallatie voorzien. Zowel de Belgische markt als de Duitse markt is hiervan op de hoogte. Al in de ontwerpfase wordt hier bij het RWA systeem rekening mee gehouden.


In Duitsland en België beseft men wat de meeRWAarde van een RWA systeem is

In zowel Duitsland als België is een vorm van ontroking of rook en warmteafvoer dus al snel een vereiste. Daar heerst het besef dat de installatie in veel gevallen toegevoegde waarde heeft. Maar er is ook het besef dat er situaties denkbaar zijn waarin een RWA-installatie een kleinere bijdrage levert. Persoonlijk vergelijk ik dit altijd met de autogordel. Een autogordel is verplicht en niemand is er verbaasd over dat er voor deze voorziening moet worden betaald. De toegevoegde waarde van een gordel — maar ook zijn beperkingen in bepaalde situaties — zijn bekend:

  • Rijd je met 50 km/uur ergens tegenaan? Dan zal de gordel hoogstwaarschijnlijk bijdragen aan het verminderen of misschien zelfs voorkomen van letsel.
  • Rijd je met 130 km/uur ergens tegenaan? Dan is de kans klein dat de gordel nog effectief is.

Hetzelfde geldt in mijn ogen voor een RWA systeem. In Duitsland en België is dit besef er, maar in Nederland is besef er helaas niet meer. Een gemiste kans. Er zijn namelijk genoeg gevallen waarin een goede rook en warmteafvoer het verschil had kunnen maken.

Wil je de gehele presentatie over RWA in het buitenland bekijken? Klik dan hier.

Stan Veldpaus
Stan Veldpaus
Projectadviseur Rookbeheersingssystemen, Brandveiligheid
Stuur een mail