Esthetica vs. brandveiligheid: het wegwerken van transmissiewegen

Stan Veldpaus | 16 januari 2018

architecture-1138967_1920 (1).jpgBrandveiligheidsinstallaties vormen veelal een wezenlijk onderdeel van een gebouw: elke gebruiker moet het pand bij een calamiteit immers veilig kunnen verlaten. Maar deze installaties kunnen esthetisch gezien (te) nadrukkelijk aanwezig zijn. Dit is steeds minder wenselijk, getuige de groeiende vraag uit de markt naar esthetische producten. Vanzelfsprekend gaat doelmatigheid voor esthetiek, maar is het ook mogelijk om beiden te combineren? Bijvoorbeeld bij het wegwerken van transmissiewegen als elektrabekabeling?

De markt past zich aan de vraag aan

Fabrikanten begrijpen dat esthetica belangrijk is voor ontwerper, opdrachtgever en gebruiker. Dit is zichtbaar in het toenemende aantal producten dat hierop aansluit.

Specifiek kijkend naar brandveiligheidsinstallaties, waaronder rookbeheersingssystemen, zijn uitzetramen met een verdekte bediening of glasjaloezieventilatie-eenheden hiervan een mooi voorbeeld. Deze producten zijn niet alleen esthetisch, maar ook technisch prima in te passen. De producten hebben een goede performance ten aanzien van doorlaat, de luchtlekkagecoëfficient, isolatiewaarde en zijn in de een koudebrugvrije uitvoering te verkrijgen.

Dit zijn echter zeer zichtbare componenten, maar hoe gaan we om met transmissiewegen?

Het ‘wegwerken’ van transmissiewegen

Misschien herinner je je nog dat bij opa en oma de elektrabekabeling zichtbaar was door bruinachtige stalen buizen die op de muur waren bevestigd. Dit is vandaag de dag natuurlijk not done. Het wegwerken van elektrabekabeling, maar ook gasleidingen, waterleidingen en televisiekabels in de muur is tegenwoordig standaard.

Het wegwerken van deze transmissiewegen ten behoeve van de esthetica leidt echter ook tot uitdagingen. Niet alleen tijdens dit proces, maar ook erna. Want hoe kun je controleren dat ze op de juiste manier zijn aangelegd? Of wat als er een storing is, een koppeling los raakt of er sprake is van een breuk?

Transmissiewegen en brandveiligheidsinstallaties

Voor brandveiligheidsinstallaties — en daarmee ook rookbeheersingssystemen — geldt dat een aantal elektrische transmissiewegen in functiebehoud moet zijn uitgevoerd. Dit houdt in dat een transmissieweg  — een fysieke verbinding die voor overdracht van informatie en/of energie dient — tijdens een brand gedurende een bepaalde tijd gegarandeerd is.

Hier dien je dus rekening mee te houden in een ontwerp. De richtlijn NPR 2576 voor bekabeling, ophanging en montage van transmissiewegen wordt veelal als leidraad gebruikt om dit te realiseren.  

Functiebehoud kan echter niet alleen verkregen worden door bijvoorbeeld een onbrandbare kabel, maar ook door de aanwezigheid van een sprinklerinstallatie of voldoende dekking door bijvoorbeeld beton of aarde. Maar pas op. Stel dat je functiebehoud bewerkstelligt middels de dekking van voldoende beton. Ergens komt de transmissieweg dan uit het beton om aangesloten te kunnen worden op het te bedienen component. Hoe kun je dan controleren of deze transmissieweg volgens de norm is aangelegd?

Ik geef je een voorbeeld: een stuwdrukventilator die onderdeel is van het rookbeheersingssysteem in een parkeergarage dient middels 60 minuten functiebehoud te worden aangesloten. Er is besloten om de bekabeling middels mantelbuis in te storten, voorzien van 80 mm betondekking. De kabel komt vervolgens uit het beton en voert naar de stukdrukventilator. Dit laatste stuk is onbeschermd en aanvullende maatregelen zijn noodzakelijk. Denk hierbij aan functiebehoud lasdozen en functiebehoud bekabeling voor het laatste gedeelte.

 

Controleer de mate van functiebehoud

Maar hoe controleer je of deze transmissieweg op de juiste manier van voldoende functiebehoud is voorzien? Je kunt er immers niet zomaar bij. Die verantwoordelijkheid dient te worden gelegd bij degene die de transmissieweg realiseert, veelal de installateur. Draag er daarom zorg voor dat bij de aanleg van functiebehoud transmissiewegen de installateur een verklaring verstrekt waarbij deze verklaart het geheel te hebben aangelegd conform NPR 2576.

We raden ook aan om de transmissiewegen — voordat ze worden gesloten — te controleren op compleetheid en mogelijke breuken, scheurtjes of ondeugdelijke aansluitingen. Dit alles om het aantal storingen, lekkages of zelfs mogelijke kortsluiting tot een minimum te beperken. Niet alleen voor een verhoogde veiligheid van gebruikers, maar ook om te voorkomen dat er enig sloopwerk aan te pas moet komen voordat het gerepareerd kan worden.

Heb je hier vragen over? Of wil je eens sparren over het wegwerken van transmissiewegen zonder op veiligheid in te boeten met een van onze brandveiligheidsspecialisten? Klik hier om een afspraak in te plannen en ze bellen je zo spoedig mogelijk terug!

Spreek met een brandveiligheidsspecialist

Stan Veldpaus
Stan Veldpaus
Projectadviseur Rookbeheersingssystemen, Brandveiligheid
Stuur een mail