Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit.
Naar aanleiding van een brand in een flat aan de Jan de Jonghstraat in Amsterdam werd ik door een relatie aangesproken met de vraag of een overdrukinstallatie het verschil had kunnen maken. Want hoewel de brand beperkt bleef tot één woning konden de bewoners toch niet vluchten: het trappenhuis was verrookt. De brandweer heeft de bewoners van het balkon moeten redden. Graag geef ik antwoord op die vraag.
Het principe van een overdrukinstallatie is gebaseerd op het weren van rook en hitte in een bepaalde ruimte door een hogere druk in deze specifieke ruimte te creëren ten opzichte van andere ruimtes. Mijn antwoord op de vraag van de relatie luidde dan ook: “Ik durf te stellen dat, ondanks dat ik de situatie ter plaatse niet ken, een overdrukinstallatie die op de juiste manier ontworpen en aangelegd is en beheerd wordt wel degelijk voor een veilige vluchtroute had gezorgd."
Het is namelijk enerzijds zorgelijk om te vernemen dat de enige verticale vluchtroute van de bewoners via het trappenhuis was. Anderzijds is het verontrustend dat onze wet- en regelgeving uitzonderingen kent, zoals bijvoorbeeld een portiekflatsituatie. In dergelijke situaties volstaat één portaal, mits aan een aantal randvoorwaarden wordt voldaan (maximaal aantal woningen, maximale oppervlakte etc). Hierdoor kunnen dergelijke objecten toch nog gebouwd worden zonder dat aanvullende brandveiligheidsvoorzieningen — tweede vluchtweg, voorportaal, overdrukinstallatie etc.— een verplichting zijn.
Vier bouwlagen klinkt niet als een hoog gebouw, maar je zult maar bij een flinke brand ‘gevangen zitten’ in je eigen flatje. En afhankelijk zijn van hulp van buitenaf om veilig te vluchten. Er is niemand die vrijwillig van de eerste verdieping, laat staan de vierde, naar beneden springt.
Dus ja, een overdrukinstallatie had hier wel degelijk een meerwaarde gehad. Maar pas op.
Zoals ik in eerdere blogs over overdrukinstallaties al heb aangegeven is het een complex samenspel van techniek, bouwkunde en organisatie.
Het oppompen van een trappenhuis — het doel van de installatie — is op zich geen probleem. Je projecteert een ventilator met voldoende capaciteit op de juiste plaats, je zorgt ervoor dat er geen rook wordt aangezogen en je bent in staat om in het trappenhuis een hogere druk te realiseren.
Maar nu komt de complexiteit: de aangrenzende ruimtes zijn niet luchtdicht van het trappenhuis gescheiden. Voorts zullen bij een vluchtsituatie de deuren naar het trappenhuis enige tijd geopend zijn. Het gevolg is dat in de brandende ruimte een hogere druk ontstaat omdat de temperatuur oploopt. Uiteindelijk zal — op basis van de wet van de communicerende vaten — lucht en rook vanuit de brandruimte naar het trappenhuis stromen en daarmee heb je je doel gemist.
Een belangrijk onderdeel van een goed functionerende overdrukinstallatie is dan ook de afvoervoorziening. Deze moet de rook en hitte afvoeren én ervoor zorgen dat er altijd voldoende luchtstroming vanaf het trappenhuis gegarandeerd kan worden. Bij bijvoorbeeld een geopende deur dient in het kader van ontvluchting een luchtsnelheid van > 0,75 m/s gerealiseerd te worden. Deze luchtstroming is in staat om de rook en hitte uit het trappenhuis te weren.
Maar juist deze cruciale afvoervoorziening levert in de praktijk de meeste hoofdbrekens op. Enkele voorbeelden zijn:
Zoals bijvoorbeeld ramen die bij brand automatisch openen, deze moeten voorzien zijn van een EN12.101-2 certificaat.
Het klopt dat deze ruimte niet altijd aanwezig is, er zijn ook situaties waar de ruimte direct aansluit op het trappenhuis.
Kies je voor een mechanische afvoervoorziening dan dien je er rekening mee te houden dat het ventilatiesysteem bestand is tegen hoge temperaturen (300 gr. gedurende een uur in een gesprinklerde situatie — F300 — en 600 gr. gedurende een uur in een niet-gesprinklerde situatie — F600).
De verticale schacht is verdieping overschrijdend en moet, indien de verdiepingen onderling brandwerend zijn gescheiden, brandwerend worden uitgevoerd. Bij brand mag uitsluitend de rookklep op de met brand belastte verdieping worden open gestuurd. De overige kleppen moeten gesloten blijven en brandwerend zijn.
Aandachtspunten bij deze vorm van afvoervoorziening zijn dat het systeem voldoende lucht kan afvoeren, het bestand is tegen hoge temperaturen (F300 of F600) en het niet compartiment overschrijdend is.
Uit deze voorbeelden blijkt dat een afvoervoorziening complex kan zijn, maar wel cruciaal is voor een betrouwbare en doeltreffende overdrukinstallatie. Een ander belangrijk aspect voor optimale veiligheid is het voldoen aan alle normen en eisen — en dat is een complex samenspel.
In het whitepaper ‘Onder druk presteren’ hebben wij alle geldende normen, eisen en noodzakelijke maatregelen voor overdrukinstallaties gebundeld in één document. Zodat je optimale veiligheid kunt garanderen — want een doelmatige overdrukinstallatie verbetert de vluchtveiligheid enorm.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit.
Stan Veldpaus op 18 april 2024
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit.
Stan Veldpaus op 25 april 2022
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit.
Erik Peeters op 18 april 2024
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit.
Erik Peeters op 10 februari 2022
Stan Veldpaus op 18 april 2024
Stan Veldpaus op 13 januari 2022
Colt International B.V.
Korte Oijen 4
NL 5433 NE Katwijk (NB)
T: +31 - (0) 485 399 999
© Kingspan Holdings (Irl) Limited
Privacybeleid